Portrettekenen, hoe start je?

Portrettekenen, hoe start je?

De meeste hobby’s, zoals portrettekenen, komen voort vanuit nieuwsgierigheid, interesse en ambitie. Stiekem delen wij allemaal de drift om ergens in uit te blinken. Naast ambitie om ergens goed in te worden is verreweg het allerbelangrijkste dat een hobby vanuit plezier voort komt. Plezier tijdens het tekenen of vanuit een mooi eindresultaat. Plezier geeft motivatie om vaak te oefenen, en vaak oefenen zorgt ervoor dat je steeds beter wordt.

Natuurlijk word je niet overnacht een professioneel tekenaar. Misschien heb je ooit wel eens gehoord van de ‘10.000-uur-regel’? De zweedse psycholoog Anders Ericsson beschreef dat het minstens 10.000 uur (‘’tien jaar intensief’’) oefening zou kosten om ergens expert in te worden (1993, Psychological Review). Alhoewel dit een achterhaald gepubliceerd onderzoek is, geloof ik steevast in de gouden regel ‘practice makes perfect’ – al dan niet versterkt door talent. Doordat plezier stimuleert tot meer oefening en dit leidt tot groter succes, is het belangrijk dat het beginnen van tekenen plezierig blijft. Omdat het eindresultaat misschien niet direct meteen wordt zoals je verwacht of hoopt in het begin, is doorzetten soms lastig en laten veel mensen het starten van een nieuwe hobby rusten. In dit artikel beschrijf ik hoe je succesvol begint met het tekenen van portretten en deze hobby volhoudt.

 

Hoe start ik met portrettekenen en hoe houdt ik deze hobby vol?

  • Klein beginnen

Zoals hierboven besproken is het eindresultaat belangrijk in het proces om gemotiveerd te blijven. Meteen aan een heel portret te starten is misschien wat te ambitieus. Ik vind het persoonlijk veel makkelijker om eerst de losse onderdelen (mond, ogen, neus, oren) en de basisprincipes omtrent schaduw te licht te beheersen (hier zal ik later nog een artikel over schrijven), voordat we een geheel portret beginnen.

  • Referenties

Het gebruik van referenties (foto’s) hierbij is absoluut geen slecht idee. Realistisch tekenen betekent dat je iets zo écht mogelijk wilt laten lijken. De meest beroemde schilders in de realistische kunst zaten buiten met hun schildersdoek en verfkwasten om de omgeving zo natuurgetrouw mogelijk na te schilderen, waar anderen eerst grote studies op voorwerpen deden voordat zij aan hun echte kunstwerk begonnen. Voordat je uit je hoofd een paar realistische ogen tekent, moet je natuurlijk weten hoe een oog eruit ziet. Ook al zijn alle ogen uniek, de basis anatomie is steeds vergelijkbaar. Van het natekenen van een foto leer je deze onderdelen kennen en kan je ze later ook zelf uit het hoofd tekenen.

Bij het gebruik van referenties kun je ook denken aan YouTube. Tekenen is niet iets wat wij ‘gewoon kunnen’. Het is niet nodig om te kunnen overleven en daarom is het niet instinctief kunnen, maar aangeleerd. Organismen leren voornamelijk door imitatie, het nadoen van soortgenoten. Met de komst van het Internet zijn leermeesters van buitenaf zeer makkelijk beschikbaar voor ons! YouTube, skillshare, deviantart en dergelijke staan bol van de tutorials. Super handig om nieuwe technieken te ontdekken en te zien hoe een gevorderd tekenaar precies te werk gaat. Ik denk dat ik zelf bij het kijken van YouTube video’s het meeste baat heb gehad.

  • Vooraanzicht

Bij het kiezen van een referentie, of later bij het uit-het-hoofd tekenen is het makkelijkste om met een vooraanzicht te starten. Vanuit de natuur is symmetrie belangrijk en dit kan je vaak terug vinden in het lichaam. Onderdelen zoals de neus en mond, maar ook het gezicht in zijn geheel, hebben een symmetrie as. Dit betekent dat als je denkbeeldig een midden lijn trekt vanuit de kruin tot aan de kin, links en rechts min of meer gespiegeld zijn (zie afbeelding 1). Hierdoor is het makkelijker om te beginnen met een vooraanzicht en daarna pas gezichten vanuit een hoek te tekenen.

Het handig gebruik maken van deze middellijn:

De middellijn zorgt ervoor dat onderdelen die zich vrijwel altijd recht onder elkaar bevinden, daadwerkelijk recht onder elkaar terecht komen. Zo liggen het puntje van de neus, midden van de ‘’cupids bow’’ van de lip (dubbele boog van de bovenlip), het spleetje tussen de voortanden en het puntje van de kin vaak op één lijn (zie plaatje).

Het grappige is juist dat vaak de asymmetrie vanaf de standaard rechte middellijn de persoon maken. De middellijn kan je gebruiken als maat voor asymmetrische afwijkingen en als hulpmiddel om vanaf deze lijn afstanden in te schatten. Je kunt extra hulplijnen loodrecht op deze middellijn tekenen als je dit handig vindt.

Afbeelding 1: De symmetrie middellijn. De middellijn kan je als hulpmiddel inzetten bij het tekenen van portretten
Afbeelding 2: Hulplijn voor zijaanzichten. Voorhoofd en kin liggen vaak op 1 denkbeeldige lijn.

Mocht je al behendig zijn in het tekenen van vooraanzicht portretten, heb ik ook nog een kleine tip voor het tekenen van zijaanzichten. Je kunt vaak een rechte lijn trekken die het voorhoofd en de kin raken, waarna je afstand van de neus kan inschatten (zie afbeelding 2).

  • Basisvormen

Ik vind het zelf altijd handig om dingen die ik wil tekenen te reduceren tot basisvormen. Zo voorkom je dat je te vroeg overgaat op het focussen op details in plaats van het geheel. Bij het analyseren van een object (zoals bijvoorbeeld de neus) kan je zien dat het meestal globaal opgemaakt is uit 3d basisvormen als een bol, piramide, kubus en cilinder. Als je begrijpt hoe deze vormen ten opzichte van elkaar staan, worden de schaduwen en highlights ook logischer (zoals eerder benoemd komt hier nog een artikel over online, later). In figuur 3 heb als voorbeeld een schets van een neus getekend. Hier zie je dat ik de neus heb opgebouwd uit makkelijke basis vormen. Daarna worden en schaduwvlakken toegevoegd en vervolgens goed geblend zodat de harde lijnen verdwijnen. Ten slotte kunnen er nog enkele donkere schaduwen en highlights worden geplaatst om het helemaal af te maken.

Afbeelding 3: Een neus uit enkele basis vormen. De basisvormen dienen als hulpmiddel om de correcte totaalvorm te vinden en bij het plaatsen van schaduwen en highlights

 

  • Materiaal

Om te starten met tekenen van portretten heb je helemaal niet veel nodig. Ik zal niet ontkennen dat je met zwaarder, fijn papier en een prachtig potlodenset makkelijker werkt dan met een velletje printer papier en een Ikea potloodje; maar duur hoeft het zeker niet te zijn! Naar mijn idee heb je een vel papier van minstens 120 gr/m2, een 2H, HB en 3B potlood, een gum en een wattenstaafje/rondje nodig. Even een bezoekje aan een tekenwinkel en you’re good to go. Wil je meer weten over het gebruik van materialen? Kijk dan even tussen onze oudere artikelen over soorten papier, gummen, blend-materialen en potloden!

Om een nieuwe hobby vol te houden, moet het vooral leuk blijven. Begin klein en makkelijk en bouw dit langzaam op tot een vol portret met details. Heel veel succes, en onthoud: practice makes perfect!